De meesten van ons, durf ik te stellen, voelen zich beter in de zomer. De zon schijnt, zeker dit jaar, we mogen even relaxen. Spanningen in werk en privé, we proberen op zijn minst die los te laten. En toch, vakantie roept ook vaak weer spanningen op en de communicatie - ook in werk en privé, op voorhand- komt onder druk. Hoe werk ik die berg laatste werk weg, welke ruimte geef ik aan mezelf en mijn partner, waar gaan we naartoe, wat nemen we mee, hoe houden we de kids en onszelf happy en een beetje onder controle?
Sinds maart heb ik een hondje, een Barbet, Franse Waterhond. Een allemansvriendje, hij vindt alles en iedereen leuk. Als hij beperkt wordt, dan doe ik dat met mijn regels en correcties. Hij luistert inmiddels deels, maar gaat ook eigenwijs zijn eigen gang als hij iets anders vindt. Dat klinkt als menselijke redenatie, maar is dat natuurlijk niet. Hij reageert instinctief en intuïtief. En ik leer te luisteren naar hem. Als hij hoog piept en blaft, dan moet ik hem uitlaten. Blaft hij laag met kwispelende staart in mijn richting, dan is de opdracht: “speel met mij!” Gaat hij fysiek bij de deur naar de bijkeuken staan, dan heeft hij honger en wil eten. Want hij weet donders goed dat het eten zich in de bijkeuken bevindt. Als je het eenmaal door hebt, dan is hij makkelijk te snappen.
Ook al geef ik niet altijd toe aan elk appel dat hij op mij doet (hij zou vooral tonnetje rond zijn van het lekkers), ik heb geleerd goed te kijken en luisteren naar zijn (non)verbale communicatie. Dat vind ik logisch en normaal, het is een hond, je kunt niet anders. En dat gaat snel. Met 8 weken kreeg ik een baby/peutertje in huis. Nu, na 7 maanden, heb ik een puber die “zelf wel bepaalt wat hij wel of niet doet”. Doet me denken aan mijn dochter, maar dat ging een stuk langzamer. A la mijn dochter in haar pubertijd, ligt Tommie op zijn rug met de poten omhoog om vermaakt te worden. Geen digitale devices, maar gekroel, een bot of (knuffel)speelgoed waar vooral JIJ iets mee moet doen. Hij maakt mij verantwoordelijk voor zijn pleziertjes. Het voelt als een analogie.
Mijn weerstand is inmiddels zeer beperkt als het om mijn hond gaat. Ik ben veel meer gefocust op wat hij nodig heeft. En nogmaals, dat betekent niet dat ik overal aan toegeef. Maar met mensen doe ik dat anders. Ik kom eerder in de weerstand, volg eerder mijn mening en behoefte in discussies die dan volgen. We zoeken compromissen, onderbouwd met verbale argumenten. De onderliggende stromen van emotie, instinct en intuïtie zie ik niet altijd, of wil die niet zien. En als we elkaar vinden, dan spelen (rationele) belangen en redeneringen een rol.
Daar is niks mis mee, we zijn mensen en geen honden. Ons menselijke leven in de huidige maatschappij is echter wel heel erg vergeven van verbale discussie op talloze media, waar we elkaar niet meer begrijpen en we elkaar pijn doen. We zijn het verleerd om naar de emotie eronder te luisteren, echt te luisteren. Wat wil jij en waarom? Wat raakt jouw primaire, menselijke behoeften? Waarom reageer jij zo? Eerst dat, die vragen. Daarna de afweging: wat vind ik daarvan en waarom. Daarna een gesprek. En tenslotte een conclusie. Die conclusie kan zijn “we agree to disagree”. En dat is ook goed.
Wat een ideale wereld zou dat zijn (en ook ik heb daar nog veel in te leren). Ook tijdens de vakantie … Fijne voortzetting van de zomer!