Rollenspel
Monique Jipping • 14 juni 2015
Tijdens
een tweedaagse met een afdeling communicatie vroeg een deelnemer mij hoe ik
tijdens het programma zo goed wist welke kant ik de groep moest opsturen. Misschien
omdat ik de oplossing al had? Ik vertelde dat ik dat helemaal niet wist, niet
van tevoren en niet op dat moment.
Veel communicatie-
en teamvraagstukken lijken in mijn ervaring in essentie wel op elkaar en de
oplossingsrichtingen daarbij ook. Ik gebruik methoden om deelnemers te
stimuleren en speel daar vervolgens op in, zodat de groep zelf tot oplossingen
kon komen. De uiteindelijke oplossing is namelijk altijd maatwerk, want elke
context is anders. Blauwdrukken bestaan niet. “Oh”, pikte zij eruit, “je speelt
dus de hele tijd een rol!”. Ze klonk teleurgesteld, ik had in haar perceptie
bevestigd dat ik al lang wist waar het naartoe ging.
Haar reactie raakte me een beetje. Alsof ik de boel aan het
besodemieteren was. Alsof een rol spelen betekent dat je niet jezelf, niet
oprecht bent. En woorden van die strekking had ik al eerder gehoord als
trainer. Sommige mensen denken kennelijk dat een trainer slechts bezig is met
het toepassen van een trukendoos en de antwoorden op een spiekbriefje heeft
staan.
Later besefte ik dat de deelnemer me misschien wel een
compliment had gegeven zonder dat ze het zelf wist. Ik deed het immers goed in
mijn rol, ik overtuigde. En overigens, hoezo speelde ik maar een enkele rol die
dagen? Ik kon er zelf achteraf talloze onderscheiden. Die van trainer, adviseur
en teamcoach. De rol van trainingsacteur, van collega en van “ook maar een
mens”. Ik was een kind dat zich open bleef verwonderen en ik was de ouder die
het kind op risico’s wijst. Elke rol kwam vanzelf op en de bijpassende dialogen
ontstonden in het moment. En kennelijk hadden ze effect, want de groep was
geïnspireerd en tevreden met hun eigen antwoorden. Het deed er niet toe of die
antwoorden in essentie misschien al eerder door anderen waren ontdekt. Ze
hadden het zelf doorleefd en geloofden daarom in de waarde ervan.
Hadden de deelnemers zelf trouwens ook niet verschillende
rollen gespeeld? Die van professional, van collega en deelnemer bijvoorbeeld.
En die van chef d’équipe en onderzoeker. Als ik mijn ogen dicht doe, dan zie ik
nog een moeder, een schoonzoon en een vriendin. En ook zij waren zich niet
bewust van hun vertolking van verschillende rollen. Het is eigenlijk
verbazingwekkend knap dat we dat kunnen en niet eens weten dat we het doen. Dat
je de rollen pas ziet of voelt als je erop gaat letten.
En wat zie je dan gebeuren? Een mens is een sociaal dier. In
een groep reageren we op elkaar. Intuïtief stemmen we ons gedrag, onze taal,
onze gebaren en gezichtsuitdrukkingen af op wat we bij anderen waarnemen (zien,
horen, voelen). Tijdens een ontmoeting pakken we de rol die bij de situatie en
de dynamiek past. Als er een conflict dreigt, pakt iemand de rol van
bruggenbouwer. Als het saai wordt, stopt iemand er peper in. Woordgebruik en
gedrag zorgen voor het effect, zowel in een face-to-face als in een online
ontmoeting. Voor mij is dat de essentie van communicatie. Zo lang de afstemming
vloeiend gebeurt vanuit een natuurlijk vermogen, dan gaat het meestal goed. Op
het moment dat het teveel vanuit de ratio wordt ingestoken, vermindert het
effect.
In het communicatievak leren we om die principes te
rationaliseren. We proberen met voorbedachte rade via communicatieve acties
gedrag en denkwijzen te beïnvloeden. Dat wordt van ons gevraagd, we doen ons
uiterste best en boeken resultaten. En toch raken we regelmatig gefrustreerd,
omdat het onvoldoende lukt. Kijken we naar de successen, dan ben ik ervan
overtuigd dat er altijd sprake is van “spelers” die op een natuurlijke manier
hun rol(len) pakken. Intuïtie en ratio trekken samen op. Ratio kan de natuur
een handje helpen. Als we dat beseffen en het natuurlijke communicatietalent
van mensen stimuleren in plaats van inkaderen, dan worden we als communicatieprofessionals
en als mens misschien ook effectiever. In ieder geval raken we dan een stuk
frustratie kwijt.
|
|
|