Wat je vormt
Monique Jipping • 11 oktober 2023
Ik ga met jullie delen wat mij mede heeft gevormd. Twee dingen, twee "geheimpjes". Deels in vervolg op mijn vorige blog. In aanloop naar de verkiezingen merk ik dat ik veel nadenk over wat mensen bezighoudt en welke keuzes dat met zich meebrengt. Mijn conclusie: al die woorden hebben wel invloed, maar mensen volgen vooral hun diepste drijfveren en die hebben een oorsprong in het verleden. Niet zo gek, ik kom het elke dag tegen in mijn werk. En dus ook in mijzelf.
Ik groeide op in de Koude Oorlog (1970-1990 voor mij), met een nucleaire en Russische dreiging. Klinkt bekend …? Zoals in mijn vorige blog beschreven, hebben mijn ouders de Tweede Wereldoorlog meegemaakt, waren van de wederopbouw. Dat die Tweede Wereldoorlog zo'n impact heeft gehad, ook op mij, daar kwam ik pas achter in mijn pubertijd, tijdens die Koude Oorlog. Oorlog mocht nooit meer gebeuren, wat mij betreft; de feiten, de verhalen waren te heftig.
Mijn vader (1931) woonde in Almelo tijdens de oorlog. Zijn 11 jaar oudere broer vocht de paar dagen dat Nederland te vechten had op de Grebbelinie. Daar is verder nooit over gesproken, en wat mijn vader er over zei was dat het erg was. Mijn opa Jipping was ambtenaar en volgens het familieverhaal vervalste hij voedselbonnen. In het familiearchief bevindt zich een officiële oorkonde van De Gaulle voor zijn daden. Geen idee waar dat vandaan komt, moet ik nog eens uitzoeken.
Mijn moeder (1937) woonde in Amsterdam, in de Rivierenbuurt. Een donkerharige familie tussen Joodse buren. Een van de vele verhalen die ik vooral van mijn oma heb gehoord (geweldige verteller!), was dat mijn moeder roodvonk had en ze haar broer bij de buren hadden ondergebracht. De Duitsers kwamen voor een razzia en ze vreesden dat hij zou worden opgepakt als ze aanbelden bij de buren, die allemaal blond waren. Omdat de Duitsers bang waren voor besmettelijke ziekten, zeiden mijn grootouders dat er in de buurt een besmettelijke ziekte heerste. En zo gingen ze voorbij. Het familieverhaal vertelt ook dat mijn opa op houten banden naar de Zuid-Hollandse eilanden fietste, naar zijn familie, naar boeren, om voedsel te halen. Mijn moeder vertelde over de tulpenbollen die ze moest eten. Jaren later, in de brugklas, liet mijn leraar biologie ons een hapje tulpenbol eten nadat we de bol hadden gedetermineerd. Het was walgelijk.
Toen mijn dochter klein was, ontstond de trend van de “boekjes”, waaronder een boekje dat grootouders konden invullen voor hun kleinkind, over hun leven, de voorgeschiedenis. Toen ik het relaas van mijn moeder las, was ik intens geraakt door de rode draad: de invloed die de Tweede Wereldoorlog op haar leven heeft gehad.
Eerste geheimpje
In mijn pubertijd las ik vele boeken over de Tweede Wereldoorlog, vooral getuigenverhalen. Het epos van “De Jong” had mijn vader in de boekenkast staan en ik ben erin begonnen, maar de persoonlijke verhalen trokken mij meer aan. Mijn klasgenoten protesteerden tegen kernenergie, ik was meer bezig met de nucleaire dreiging van kernwapens en de verschrikkelijke beëindiging van de oorlog in het verre oosten, de kernbommen, de napalm, de foto die me nooit meer loslaat: het meisje dat vol brandwonden vlucht voor de ultieme verschrikking in Nagasaki/Hiroshima. Ik wilde het leger in, om te voorkomen dat wie dan ook ooit nog ons volk zou aanvallen en onze vrijheid zou aantasten. Kun je van alles van vinden, maar zo zag ik het.
Meer prozaïsch, heb ik de fascinatie voor zee en lucht van mijn vader geërfd (hij was ooit piloot bij de luchtmacht, ervaren zeiler) en meldde me eerst aan voor de Marine. Daar bleven ze maar vragen of ik ze belde voor mijn broer, vriend of neef (het waren de jaren 1980 …) en ik haakte af. Vervolgens heb ik de volledige selectieprocedure voor de KMA Luchtmacht doorlopen in Gilze-Rijen. In die tijd was het leger populair en gingen we met velen “op”. Ik had een alfa/gamma-profiel en het vliegen viel al snel af. Maar dat hoefde voor mij ook niet per se. Ik heb het tot de een-na-laatste ronde gebracht, voor HR of bedrijfsvoering (naar later in mijn loopbaan bleek niet zo gek). Mijn motivatie bracht me steeds een ronde verder, tot degenen die de vliegers selectie niet doorstonden overbleven voor de opleidingsplaats die ik wilde en dus niet kreeg. Mijn vader zei: “Ga dan voor de landmacht, de marechaussee of de politie”, maar daar lag mijn motivatie niet. Ik ging uiteindelijk voor de persoonlijke levens, de beleving, de taal, de empathie, ik ging iets heel anders doen; ik ging Portugees studeren. Ander blog later ;)
Tweede geheimpje
Ik studeerde Portugees en deed mijn specialisatie Massacommunicatie en PR, zoals dat toen heette. Je kon een universitaire stage doen, dat was niet verplicht, zelfs ongewoon, maar ik wilde graag de praktijk in. Ik was, zoals je begrijpt uit het voorgaande, maatschappelijk en politiek geëngageerd. Het stagebureau van de faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht had een stage die niemand wilde: stagiaire bij het CDA Partijbureau. Ik was geen CDA-stemmer, maar het vooruitzicht om midden in de politieke arena te zitten (CDA was toen aan de macht onder Lubbers), dat klonk goed! Ik solliciteerde en werd aangenomen, nadat ik mijn mening over abortus en euthanasie eerlijk en wel (positief dus in mijn geval) moest verdedigen. Wat ongetwijfeld hielp, was dat het toenmalig hoofd Communicatie en partijwoordvoerder alumnus was van de UU en graag een “tegengeluid” in zijn team wilde, frisheid.
En het was geweldig. Ik heb er zoveel kennis over communicatie en propaganda (mijn afstudeeronderwerp) opgedaan. En over mezelf, over mijn grenzen. Deetman was minister van Onderwijs en wilde de basisbeurs afschaffen (ja, toen al!). Talloze studenten zaten -letterlijk- voor het partijbureau op de straat te protesteren. Ik stond voor het raam en zei tegen mijn stagebegeleider: “Ik hoor daar te zitten.” Hij trok me weg en zei: “Nee, wat je ook mag vinden, jij hebt een functie hier.” Vanaf dat moment wist ik dat ik nooit en te nimmer woordvoerder zou moeten worden ;).
Boodschap
Jullie weten nu iets meer over mijn achtergrond, wat me beïnvloed heeft. Dit zijn vormende ervaringen geweest die nog steeds bovenkomen. Zeker in de huidige tijden met oorlog in de Oekraïne en Israël en de discussies over het Hoger Onderwijs. Kernenergie komt terug en ik denk dan ook terug aan waar we allemaal bang voor waren: waar blijft het afval?
Ik ben maar een mens en weet inmiddels wel wat me allemaal heeft gevormd, nog veel meer natuurlijk dan wat ik hier schrijf. Het bepaalt allemaal wat ik doe en niet doe. Het bepaalt straks wat ik ga stemmen (en ik twijfel enorm!). En een linkje naar mijn vorige blog: ja, ik denk aan mezelf en aan mijn dochter, wat gaan alle ontwikkelingen, al die crises voor haar en haar kinderen betekenen? Maar het gaat dus niet alleen over mezelf, ik blijf geëngageerd, betrokken bij het leven van ons allemaal. Ik weet dat mijn dochter van 26 inmiddels als volwassen mens net zo denkt, al maakt ze misschien andere keuzes. Het gaat mij, en ongetwijfeld de grote, stilzwijgende meerderheid in onze samenleving om een gezamenlijke toekomst. We horen en zien slechts de extremen, maar zelden die genuanceerde, stilzwijgende meerderheid. Tijd om op te staan.
We hebben onze drijfveren, normen en waarden meegekregen en die bepalen in hoge mate wat we wel en niet doen. Elke dag weer. Luister ernaar. Ze kunnen misleidend zijn, maar vaak ook leidend voor jou, voor wat voor jou belangrijk is. In leven, werk en voor de keuzes die je maakt. En ten overvloede: er is geen goed of fout.
In alles wat ik doe, weerklinken de normen en waarden die ik heb meegekregen en die ik vervolgens zelf heb ontwikkeld. Die laatste, die ik zelf heb ontwikkeld, daar wil ik echt naar luisteren. Die bepalen wie ik nu wil zijn. En in al mijn contacten probeer ik te luisteren naar wie jij wilt zijn. Luister naar wie jij wilt zijn EN kies, besluit. Bedenk dat er 1000 wegen naar Rome zijn. Luister niet naar mensen die denken de waarheid in pacht te hebben, niemand heeft die immers. Maar kies wel. Voor nu, voor wat je nu, in jouw levensfase, in jouw context goed lijkt. Meer is er niet. En heb nooit spijt, ook al denk je er over 10 jaar anders over. Dan is jouw context anders en heb je andere of meer kennis dan nu. Met de kennis van toen kun je geen beslissingen nemen nu. Het is goed, wat je ook besluit. Voor nu.
|
|
|