In vervolg op mijn vorige blog deel ik met jullie mijn eerste reflectie van 2023. Ik schreef dat ik vooral rust in mijn kop wil en wil genieten van mijn (nieuwe) contacten. Geen oude gedachte, maar getriggerd door een prachtige documentaire serie op NPO 1:
, Wildlife in Afrika. Gepersonaliseerd door dieren een naam en een verhaal te geven. Ik zet liever het geluid uit. Want als je daar zelf bent, dan is een verhaal niet nodig. Dan “zijn” de dieren en “ben” jij.
Ik ben twee keer in Zuid-Afrika geweest met een groepje vakgenoten. In 2015, vlak nadat mijn moeder overleden was na een langdurig ziekbed, haakte ik dan eindelijk aan bij het initiatief van @maschadamen. Een ruime week om samen met andere vakgenoten vakinhoudelijk, in relatie tot jezelf, te reflecteren, persoonlijk te reflecteren in je eentje of met anderen en de fantastische natuur van het Kruger Park te ontdekken. Een kans die ik gelukkig heb benut. Ik zette voet op het vliegveld van Phalaborwa en dacht: dit voelt als thuis. In 2018 deed ik het nog eens, na een bijna definitieve relatiecrisis (in 2020 helaas finaal) al had ik gezegd dat de eerste keer genoeg was, dat was het niet. Ik zette mijn voet neer op het vliegveld, letterlijk, en het was gedaan. Op dat moment hoorde ik daar thuis. En sindsdien verlang ik terug.
Beide reizen gaven mij rust in mijn kop. Omdat het relativeerde. Wij zijn een met de natuur, ook al hebben we onze levens en maatschappij anders ingericht. Wij zijn in essentie niet anders dan de beesten in het wild. We zijn allemaal aan het overleven. Wij hebben dat leven echter enorm gecompliceerd gemaakt, waarbij emotie, iets typisch menselijks, alles veel moeilijker maakt. En tegelijkertijd zijn we met hetzelfde bezig: overleven in de context van ons bestaan.
In het Kruger Park kijk je om je heen en dan zie je in 360 graden om je heen geen enkele elektriciteitspaal, je ziet alleen natuur. In de verte zie je olifanten, giraffen, nijlpaarden, vele vogelsoorten. Er is niets anders dan dat. Adem in, adem uit, dit is het, dit is wat er is.
We ontmoetten ook vele lieve mensen, die in townships woonden, in wisselende welvaart. Een “huis” begint met 1 betonblok en wordt met meerdere kamers uitgebreid als er geld is. De kinderen lopen op blote voeten, spelend met wat ze kunnen vinden. In 2018 richtten we een kas op voor een moestuin ten behoeve van een school met
bambanani. De mensen waren enorm gemotiveerd om daar hun voordeel mee te doen, want de kinderen hadden het zwaar.We vierden feest met een gemeenschap, dansend en zingend. Zij betaalden gul -ondanks armoede- het eerste rondje, wij betaalden het tweede, dansten mee en kochten uiteraard plaatselijke ambachtelijke producten. Wat bleef was de intens gevoelde en welgemeende verbinding. De spontaniteit was iets dat ik in lange tijd niet meer had gezien en meegemaakt. Mensen die het slecht hebben, grijpen alles aan om het leven te vieren (denk aan het Carnaval in Brazilië), iets dat wij welvarende westerlingen niet meer goed kunnen voelen, of zelfs waarderen.
Ik herinner me graag ook de Rangers, die ons de natuur hebben laten zien. De meesten goed opgeleid en ongelofelijk begaan met de natuur en de bestrijding van stropers en natuurvervuiling. De enige safari met een te commerciële partij vonden we vreselijk: we achtervolgden in hoog tempo en in concurrentie met andere guides een luipaardechtpaar. Ik zag het echtpaar liever niet. Dit was ONZE destructieve invloed als westerse toeristen.
De masseuse in de Lodge vertelde ons haar levensverhaal. “Jullie eten weinig brood met veel beleg, wij eten veel brood met weinig beleg”, herinner ik me dat ze zei. We lieten allemaal een zakje met eten voor haar achter natuurlijk. Het mocht niet baten. Ze stierf uiteindelijk aan Aids en liet haar kinderen achter bij een vader zonder werk.
We hadden zoals gezegd ook onderling reflectieve ontmoetingen. Tijdens een van die ontmoetingen in 2015 hadden we onze vaste ranger/guide uitgenodigd. En eigenlijk komt daar nog steeds, na zoveel jaar, alles samen. @EliasShai nam waar, sprak alleen als hij iets te zeggen had en wat hij te zeggen had was wijs. Sindsdien noem ik hem “Elias The Wise“ en zit hij in mijn hart. Het gaat er niet om wat hij precies zei, hij zette alles in perspectief, vanuit zijn achtergrond, zijn ervaring en zijn onmetelijk goede kern. Als hij sprak, ook tijdens safari's, dan werd ik rustig. Hij snapte het leven, de natuur en de Circle of Life. In 2015 en in 2018. En ik wil hem graag weer ontmoeten.
Nu het “ik” verstomt in de persoonlijke pijn die ik de afgelopen jaren heb gevoeld, ontwaakt opnieuw de drang om maatschappelijk bij te dragen. Omdat wij allen overleven en sommigen daar hulp bij nodig hebben van meer geprivilegieerde mensen. En dan denk ik aan Elias The Wise, als voorbeeld.