What else?
Monique Jipping • 25 augustus 2019
In de reeks interpersoonlijke communicatiekroniekjes van deze zomer, deel 2: “What else?” Dan denken we -met name vrouwen natuurlijk- meteen aan George Clooney en Nespresso, bij voorkeur aan de Volluto cupjes. Lekker, de humoristische reclame met Clooney, de koffie. Laat ik nou een look-a-like van Clooney in Utrecht zijn tegengekomen! En dat geeft een heel ander beeld, of, misschien, wel een bevestiging van de tragikomische Clooney van de reclame. Met wie communiceert die Clooney nu eigenlijk?
Mijn man en ik logeerden in hotel Karel V in Utrecht om ons 25-jarig huwelijk te vieren. In de stad waar we studeerden. Vijftien jaar geleden deden we hetzelfde met een nostalgische tour in Utrecht. De stad is inmiddels weer veranderd, maar nog steeds “ons statsjie”, bleek in onze herhaalde nostalgische tour, op de fiets in een hels verkeer! De studentenflat staat er nog, de particuliere flat in Zuilen waar we ons zelfstandige leven samen begonnen ook nog, de buurt was sterk verbeterd. De huren ongetwijfeld ook.
We doften ons op voor een chic diner en wilden een aperitief drinken op het terras van Karel V. In mijn cocktailjurk met hoge hakken, en door mijn zonnebril (op sterkte, ben tenslotte 54 J), zag ik in mijn linker ooghoek Clooney zitten, alleen aan een tafeltje met een Rosé en wat olijven. Hij keek door zijn zonnebril naar mij, reikte naar zijn Rosé en stootte zijn glas om. Razendsnel depte hij met een servet de schade en ik begon te lachen (beleefd hoor). Mijn man had natuurlijk niets in de gaten. Ik vertelde hem met een big smile het gebeuren en hij zei: “Dat denk je maar”. Heerlijk, een stukje jaloezie, want heus, een vrouw vergist zich niet wanneer er naar haar gekeken wordt.
Maar ja, je voelt het al, ik begon Clooney te observeren. Hij zat alleen op een luxe hotelterras. Er kwamen nog vele, jongere vrouwen voorbij en hij keek, en keek, en keek. Hij zette zijn zonnebril af en bleek helderblauwe ogen te hebben. Mooi, maar geen Clooney. Hij had verschillende shoptasjes bij zich en begon er eentje omstandig uit te pakken. Het werd frisjes. Hij pakte een nieuwe legergroene blouse eruit en trok het met veel bombarie aan. Rekende af en stevende nonchalant met zijn tasjes richting het fietsenrek. Welke?! Ja, zo'n opafiets met matte verf en een mand voorop! Voor een vijftiger een bijzonder keuze.
Op mijn opmerking naar mijn echtgenoot dat hij wel een knappe man was en -helaas- een beetje te “hip” wilde zijn, antwoordde mijn man iets in de trant dat het “zielig” was. Tja, hij heeft een vrouw en inmiddels uitgetreden kind en ondanks ups & downs in onze relatie, zoals iedereen, geen sores over andere relaties aan het hoofd. Maar het zette me wel aan het denken.
Wij kijken naar “Clooney” op onze manier, lachen er soms om. Maar deze man had overduidelijk een verhaal. En hij wilde zijn verhaal communiceren, delen, op zijn manier, met een drankje, blikken, zijn nieuwe outfit. Hij zocht interpersoonlijk contact en kreeg het niet. Er sprak eenzaamheid uit zijn aanwezigheid daar. Hij deed pogingen om contact te maken op een wat onbeholpen manier. Hij was niet dominant, nam geen initiatief, wilde slechts gezien worden. En er was niemand op dat moment die hem de credits daarvoor gaf. Hij ging naar huis. En zoals ik me dat dan voorstel: alleen in een of ander appartement waar niemand is. Waar zijn eventuele kinderen maar af en toe komen. Waar hij af en toe een vrouw ontvangt, die zegt: “Jij bent nog te veel bezig met je oude gezin, ik weet niet of ik jou in mijn leven kan inpassen.”
Het heeft me doen inzien dat we open moeten blijven staan voor kleine, impliciete bewegingen van anderen. Ik had best graag een gesprek gehad met “Clooney”, maar ik deed het niet. Ik liet hem vertrekken op zijn hippe fiets, zonder steunende en opwekkende boodschap. Sorry, “Clooney”, ik wens jou het allerbeste! Je had contact, maar we hebben het niet gematerialiseerd.
|
|
|